vrijdag 22 april 2011

Terugvluchten

Terugvluchten: nee, dit gaat niet over ons, we komen nog lang niet terug (toch?). Terugvluchten is, behalve een raar woord – want vluchten doe je om ergens weg te komen - , iets wat twee gevluchte Tibetaanse jongens (midden 20) zeer binnenkort gaan doen. Terugvluchten naar Tibet na een afwezigheid van bijna vijf jaar. We ontmoetten ze gisterenavond in een wel heel lokaal Tibetaans restaurantje. Ze kwamen bij ons aan tafel zitten omdat de toko vol zat (er waren minstens zes mensen binnen). We kregen hun heftige persoonlijke verhalen te horen… verhalen die we wel kenden van de boeken die we erover gelezen hebben, maar om ze zo direct te horen maakte veel indruk. Beide jongens hebben in 2006 Tibet verlaten om een aantal redenen. Op nr. één stond ‘het ontmoeten van His Holiness de Dalai Lama’. Op twee stond fatsoenlijk Tibetaans onderwijs. Maar alleen al de eerste reden was voldoende voor de jongens om hun leven te wagen over ‘s werelds hoogste bergen, door de dodelijke kou en bovendien voor de voor niets terugdeinzende Chinese soldaten. Ze liepen 28 dagen, altijd ’s nachts, met een groep van ruim 40 mannen, vrouwen en kinderen. Niet iedereen heeft het gehaald, vertelden ze… Via Nepal vluchtten ze naar India. De jongens vertelden dat ze van plan zijn om nu – vijf jaar nadat ze uit Tibet vertrokken zijn - binnen een week terug te vluchten. Ze waren net één dag in Nepal, hadden zich een weg naar Kathmandu gekocht vanuit India. Want als je zonder paspoort reist, is omkoping het enige middel om dichter bij Tibet te komen. Vandaag begon voor hun de zoektocht naar een (peperdure) gids die ze over de onbekende passen van de Himalaya terug kan leiden, op weg naar huis, familie en een aantal maanden of jaren op onderduikadressen. Terugvluchten dus. Het was een indrukwekkend avondje, waarbij we ons wel een beetje machteloos voelden. Het enige wat we konden doen is het eten voor de jongens betalen en ze heel veel geluk toewensen… Het was een bijzondere ontmoeting.
Klinkt misschien als een cliché, maar door bovenstaand verhaal beseffen we ons maar weer eens hoe gelukkig we mogen zijn met hetgeen wij hier zien, doen en beleven. Je schaamt je bijna de oren van je kop toen de jongens vroegen wat we hadden gedaan in Nepal en welke landen we allemaal gezien hadden. Beetje afgezwakt voor hun, maar bij deze voor jullie de ongecensureerde versie van Jip en Joske en de noeste neushoorns. Even terug in de tijd.
…dus wij na de trekking (die bergaf net zo pittig bleek als bergop) even relaxen in Pokhara. We vonden een heerlijk eettentje waar het altijd een verassing was wat je kreeg als je het simpelste van het menu bestelden (zie eerdere tweets over een café latte na het bestellen van een espresso, maar er zijn legio voorbeelden). Flink wat zitten lullen met Canadezen, Engelsen en een Ozzie (moeten we toch ook eens heen). En natuurlijk plannen maken voor de laatste weken Nepal. Eén ding stond vast: we gaan Nepal niet verlaten voor we ook eens het laagland van Nepal hebben bezocht. Want dat is de grote onbekende zijde van dit land: veel etnische minderheden en prachtige national parks vol jungle en klein en groot wild… heel groot wild. De big 5 van Nepal mogen er best zijn: de olifant, de tijger, de neushoorn, crocs en natuurlijk de waterbuffel. Maak ze niet kwaad, zeg maar.
Enfin, na een zoveelste krankzinnige busrit (alleen al hierover kunnen we een blog volpennen: lekke banden, doorgebroken chassis, hysterische muziek, een man of 30 op het dak en letterlijk meer stops dan kilometers) kwamen we aan in het Chitwan National Park. Kansen op tijgers en crocs nihil, maar met wat mazzel moest de eenhoornige neushoorn te spotten zijn. En yesssss (yeheaas  voor intimi) …. Tijdens de eerste junglewalk met een lokale gids konden we de eerste twee begroeten die zich net een douche hadden veroorloofd in de rivier tijdens zonsondergang (romantische beestjes). Op een paar meter afstand! Wat een beesten zeg, oerkracht ten top, op en top dino’s. En dan denk je dat je je portie dino’s dus gehad hebt…. Maar we hadden stinkende mazzel. Want tijdens een kanotocht over de rivier spotte onze eigen wildlifewatcher Joske de eerste croc! En wat voor een: een mass mugger. Zei ons ook niet veel, maar rennen als ie achter je aankomt, zeg maar. En beng!, even later nog een ander type croc al chillend in de ochtendzon in de rivier. Tjonge jonge wat een beestengeweld zeg. En dan waren we nog maar net begonnen. We maakten verder nog een jungletocht op een olifant waarbij we wederom neushoorns spotten, naast herten, wilde zwijnen en apen. Maar ook hebben we de olifanten waarop we zaten een flinke wasbeurt in de rivier mogen geven. Dat wil zeggen: we kropen op de rug van het beest, dat ons vervolgens volledig nat spuitte met zijn slurf en binnen no-time van zijn rug schudde (en hopen dat hij zelf blijft staan…). Een briljante douche voor zowel de fant als voor ons. En we moesten maar even niet denken aan de crocs die we twee uur eerder in dezelfde rivier een kilometer stroomopwaarts hadden gespot… Zie de pics op Flickr!
We zijn inmiddels weer wat een dag of wat verder en hebben de afgelopen week een tweede trekking gelopen: de Helambu trail. Er stond een dag of 6 voor, maar met de vorige nog in de kuiten gingen we als een speer en waren we na 4 dagen al bij de finish. Het wordt wat lang om van voor tot achter te vertellen, maar het was weer top. Iets minder sneeuwtoppen, iets meer cultuur. Veel thee, veel traplopen, aardige Nepali’s, en heerlijk rustig.
We zitten nu in Bodnath – een Tibetaans dorp vlakbij Kathmandu. Er zijn hier 23 kloosters, het stikt er van de boeddhistische monniken en de hele dag horen we ‘O mani padme hum’, een Tibetaans mantra. We ruiken de hele dag wierook en worden ’s ochtends gewekt met het gebed van de vele Tibetanen (helaas om 5 uur…). We hebben een zalig rustig guesthouse met grote tuin en een favo rooftop restaurant met het mooiste uitzicht dat je kan wensen (zie Flickr!). We houden het hier dus wel even uit… Over een paar dagen terug naar Bangkok. Wordt vervolgd!

vrijdag 15 april 2011

5416 in 2068

Deze titel roept misschien wat vragen op, maar het is niet zomaar een verzinsel. 5416 zijn de hoogtemeters die we de afgelopen weken hebben overwonnen. 2068 is het jaar waarin de Nepali leven. En dan denk je natuurlijk: … die zijn hun tijd ver vooruit. Maar helaas, niets is minder waar. Dit land staat zo stil als wat, er is werkelijk niks veranderd met acht jaar geleden (dit in scherp contrast tot de andere Aziatische landen die we bezocht hebben). Zo hebben de Nepali’s maar een uurtje of twee stroom per dag (meestal tussen 1 en 3 in de nacht – om het makkelijk te maken). Komt omdat een of andere minister een leuke (binnenzak?)deal kon sluiten door stroom aan India te verkopen.
Maar goed, terzake. Nepal is en blijft een fantastisch land. Als je je door wat busritten ploetert, sta je  binnen no-time (ok, dit is niet waar, die busritten duren uren…) op de meest adembenemende delen van de wereld… als je  van bergen houdt. En we hadden sinds acht jaar geleden nog een rekening te verheffen toen we wegens ziekzijn de Annapurna trek moesten afbreken. Revanche dus: op naar de Annapurna Circuit!
En het werd een heerlijke revanche. We hebben al wat foto’s op onze flickr-stream staan, je kijkt je ogen uit. Je begint op 900 meter hoogte in een groene jungle omgeving met rijstvelden, watervallen, bossen en pittige heuvels (wij noemen dat kuitenbijters). Maar het landschap ging al snel over in ruiger gebied. De dorpjes werden steeds geïsoleerder en dus moesten de ezelskaravanen steeds verder lopen om ons in de ochtend nog van wat muesli en havermout te voorzien.
Enfin, verder heuvelop. Slapen in trekkerslodges, theestops in kleine dorpjes of op plekken waar geen mens woont. Je bent ze allemaal even dankbaar na een zware dag lopen of een uur of 2 pittig klimmen over de uitgehakte staircases.
Ow ja, ook even de rolverdeling in ons team. Veel mensen lopen met een gids en een drager, wij ook – alleen waren we dat zelf. Jip met de spullen op de rug, Joske met de route en de dagrugzak (met koekjes, water, zonnebrand en een Mars voor de toppoging J)
Met de dag die verstreek kwamen we dichterbij de toppen die we al dagen voor ons zagen. Op dag 5 besloten we een moeilijkere en hogere alternatieve route te nemen. Rewarding, want we hebben die dag fantastisch weer gehad met close-up views van Annapurna II, III en IV – allemaal tegen de 8000 meter hoog. Zelfs stonden we op een meter of 3.500 a 4000, dus da’s nog een best eind omhoog. Heel imponerend om daar te lopen. Het werd steeds kouder…
Slapen gaat als volgt: je komt aan een dorpje. Een of ander vrouwtje trekt je naar binnen en vertelt je dat je gratis mag slapen als we daar dineren en ontbijten. Doen wij niet moeilijk over en dus blijven we. Schoenen uit, een snelle koude (met wat mazzel lauwe) douche (de eerste paar dagen dan, later werd het te koud om überhaupt je kleren uit te trekken) en dan aan de thee en diner. Dat diner bestaat elke dag uit Dal Baht = rijst met linzen/bonen. Soms hele goeie, soms iets mindere, maar de gratis refill doet ons beide goed na een uur of 6/7 lopen in de buitenlucht (bergop dus he…) om 8 uur je slaapzak in. Of half 9 als we heel wild deden en nog een spelletje Regenwormen speelden.
En weer verder…. Inmiddels ver boven de boomgrens, langs kleine middeleeuwse dorpjes, langs kuddes Yak’s, even wat theestops met koekjes, van 3000 naar 4000 meter. De laatste 2 nachten sliepen we hoog, 4100 en 4500 meter. Koud! En daar voel je de hoogte echt. Je slaapt moeilijk, ademt zwaar en loopt een stuk langzamer. Maar het ging nog altijd prima. Trekkers om ons heen slikten diamox en andere zaken tegen de hoogte of moesten omkeren door hoogteziekte. Wij bleven nog altijd gespaard… zou het lukken – ultimate revanche??
Op naar Thorung La pas op 5416 meter. De avond voor de topdag begon het wat te sneeuwen. De gidsen werden wat nerveus want als het hard sneeuwt kun je de pas niet over… en dus kropen we na het eerder beschreven avondritueel met wat zenuwen (met name sommigen onder ons, we noemen geen namen) en een Tibetaans gebed onze slaapzak in. We werden midden in de nacht wakker van de eerste mensen die al vertrokken. Sommigen om 3 uur, maar we draaiden ons nog een keer om (hijg, hijg). We bleken in de eerdere dagen snelle klimgeiten. Half 6 vertrekken was prima (?) voor ons. Dik ingepakt vertrokken we. Het was nog net donker en er dwarrelden nog wat vlokken uit de lucht. Maar als snel werd het licht en of het gebedje geholpen heeft of niet – het werd fantastisch helder weer met zonsopkomst boven de Himalaya pieken. En dus zetten we er flink de pas in… nou ja, relatief dan, want we klommen van 4500 naar 5400 meter. Stapje voor stapje, maar we genoten van de fantastische vergezichten en verse witte sneeuwvlaktes om ons heen. Wat een magisch gevoel, samen op het dak van de wereld. Ongekend. Om 8.15 uur stonden we op de top van de pas, tussen de prayerflags. Revanche is ours! Yeheeeasss. Iedereen feliciteert elkaar en wij voelden ons allebei uitstekend (twee Fransen sukkelden met barstende koppijn snel door… hop naar beneden). Hoewel sommigen onder ons  - we noemen geen namen - helemaal niet competitief ingesteld zijn, was het toch wel een extra beloning dat we zo snel de top bereikten.
Dit verhaal is nu al veel te lang, dus de weg naar beneden besparen we jullie. We hebben in ieder geval ontzettend genoten van de bergen, de stilte, het heerlijke simpele leven (wandelen, eten, slapen) en het avontuur dat we met zijn 2en hebben beleefd. Voor herhaling vatbaar, want morgen gaan we voor een kleine week op een trekking. Wel in wat lager gelegen gebied (tot 3500 meter). Sommigen onder ons hebben het namelijk nu wel gehad met de kou en de 8 lagen kleding… ;-) De kleren zijn overigens weer gewassen, en we kunnen jullie vertellen: dat was hard, heel hard nodig…
Check de foto’s, maar we denken dat de beleving ervan wel lastig overbrengen is. Je had erbij moeten zijn. ;-)
Tot zover, op naar de slaapzak nu!